Werkgroep Fokkerij & Gezondheid
Verenigings Fok Reglement
Nederlandse Teckel Club
voor het ras: Dashond
(FCI standaard 148)
Uitgangspunten en toelichting bij het Verenigings Fok Reglement (VFR)
De relevante artikelen in het Kynologisch Reglement (KR), ofwel het Basis Reglement Stambomen, zijn met meerderheid van stemmen door de bij de Raad van Beheer aangesloten verenigingen aangenomen. Daar deze artikelen per definitie verplicht zijn, zijn deze in het zwart opgenomen.
Bij de artikelen met een zwarte én een grijze tekst kan de rasvereniging, afhankelijk van de situatie van het ras, kiezen voor de zwarte óf de grijze tekst. Als alleen een grijze tekst is opgenomen, betekent dit dus dat het aan de rasvereniging is om dit artikel al of niet op te nemen.
Een aantal aandachtsgebieden in het fokreglement is bewust alvast in het zwart opgenomen, ook al zijn deze niet op ieder ras van toepassing. Dit om een ieder bewust te maken van het belang ervan binnen de rashondenfokkerij. Indien niet van toepassing kan de tekst in grijs genegeerd worden en worden volstaan met de vermelding van ‘niet van toepassing’ of ‘geen’.
Per hoofdstuk kunnen rasverenigingen in het VerenigingsFokReglement opgenomen artikelen verzwaren en nieuwe artikelen, mits deze niet in strijd zijn met het KR, toevoegen.
De naleving van het Kynologisch Reglement wordt gecontroleerd door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland.
De betreffende rasvereniging controleert op naleving en zorgt voor handhaving van het VerenigingsFokReglement.
Alle bij de Raad van Beheer aangesloten verenigingen zullen gebruik gaan maken van dit format: VerenigingsFokReglement (VFR). De Raad van Beheer levert hiervoor een digitaal document * aan met de verplichte hoofdstuk/ paragraafindeling (zoals in dit concept in zwarte letters is aangegeven). De Raad van Beheer zal de VerenigingsFokReglementen te zijner tijd op specifieke relevante punten controleren. Indien aan de verplichte hoofdstuk en paragraafindeling gesleuteld wordt door de RV, wordt deze niet goedgekeurd.
1. ALGEMEEN
1.1. Dit reglement voor de Nederlandse Teckel Club, hierna te noemen de vereniging beoogt bij te dragen aan de behartiging van de belangen van het ras Dashond zoals deze zijn verwoord in de statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging. Dit VerenigingsFokReglement (VFR) is goedgekeurd door de algemene ledenvergadering van de vereniging op 19 september 2020. Inhoudelijke aanpassingen van het VFR kunnen uitsluitend plaatsvinden met instemming van de algemene ledenvergadering van de Nederlandse Teckel Club.
1.2. Dit VerenigingsFokReglement (VFR) geldt voor alle leden van de onder 1.1 genoemde vereniging voor de Dashond woonachtig in Nederland..
1.3. Het bestuur van de vereniging verplicht zich, de door de Algemene Vergadering van de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland vastgestelde wijzigingen van het Kynologisch Reglement (KR), die betrekking hebben op dit VerenigingsFokReglement, terstond hierin door te voeren. In tegenstelling tot het gestelde in artikel 1.1 behoeven deze wijzigingen niet de goedkeuring van de algemene ledenvergadering van de vereniging.
Dit ontslaat de individuele fokker niet van de plicht, zelf op de hoogte te zijn en te blijven van recente wijzigingen in het KR, ook als het bestuur van de vereniging hier in gebreke blijft.
1.4. Voor wat betreft de omschrijving van de in dit VFR genoemde definities gelden de omschrijvingen zoals vastgelegd in het Huishoudelijk Reglement en het Kynologisch Reglement van de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland.
1.5. Voor wat betreft de externe regelgeving gelden de regels zoals vastgelegd in het Huishoudelijk Reglement en het Kynologisch Reglement van de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland.
1.6. Inschrijving van een nest in de Nederlandse stamboekhouding (NHSB) door de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland vindt plaats conform de regels zoals vastgelegd in het Kynologisch Reglement.
2. FOKREGELS
Artikel VIII.2 KR in samenhang met regels van de vereniging.
2.1. Een teef mag niet worden gedekt door haar grootvader, haar vader, haar broer, haar halfbroer, haar zoon of haar kleinzoon.
Pups, voortgekomen uit één van de genoemde combinaties, zullen niet in het NHSB worden ingeschreven (Artikel VIII.2 KR en Artikel III.14 lid 1l KR)
2.2. Herhaalcombinaties:
Dezelfde oudercombinatie is maximaal vijf (5) maal toegestaan.
2.3. Minimum leeftijd reu:
De minimale leeftijd van de reu op de dag van de dekking moet tenminste negen (9) maanden zijn.
2.4. Aantal dekkingen:
De reu mag een onbeperkt aantal geslaagde dekkingen per kalenderjaar verrichten met een onbeperkt aantal geslaagde dekkingen gedurende zijn leven.
Als geslaagde dekking geldt een dekking waaruit minimaal één levende pup is voortgekomen en ingeschreven in het NHSB.
NB 1: In bijzondere omstandigheden zal een nest niet worden ingeschreven in het NHSB (artikel III.14 KR). Ook dan wordt uitgegaan van een geslaagde dekking.
NB 2: indien sperma wordt gebruikt van de reu voor kunstmatige inseminatie (KI), telt dit mee als een ‘dekking’.
2.5. Cryptorchide en monorchide:
cryptorchide of monorchide reuen zijn uitgesloten van de fokkerij.
2.6. Gebruik buitenlandse dekreuen: Wanneer een lid van de vereniging voor een dekking een niet in Nederlands eigendom zijnde reu, welke wel staat ingeschreven in een door de FCI erkende stamboekhouding, wil gebruiken dan dient deze bij voorkeur te voldoen aan de gezondheidseisen zoals deze door de vereniging gesteld worden. Indien bij de teef distichiasis is geconstateerd, dient de reu wel vrij te zijn van distichiasis. Ook voor deze reu is dan een geldig ECVO oogonderzoek verplicht.
2.7. Kunstmatige inseminatie (sperma van levende en/of overleden dekreuen):
Als een fokker voor een dekking het sperma gebruikt van een nog in leven zijnde/of overleden dekreu, dan gelden voor deze dekking de regels van dit VerenigingsFokReglement alsof het een natuurlijke dekking van de dekreu betreft.
3. WELZIJNSREGELS (Artikel VIII.1 KR)
3.1. Een teef mag niet worden gedekt vóór de dag waarop zij de leeftijd van zestien (16) maanden heeft bereikt.
3.2. Een teef, waaruit niet eerder pups zijn geboren, mag niet worden gedekt na de dag waarop zij de leeftijd van twee en zeventig (72) maanden heeft bereikt.
3.3. Een teef, waaruit eerder pups zijn geboren, mag niet meer worden gedekt na de dag waarop zij de leeftijd van zes en negentig (96) maanden heeft bereikt.
3.4. Een teef mag niet meer worden gedekt na de dag waarop haar vijfde nest is geboren.
3.5. Een teef mag niet worden gedekt als deze dekking tot gevolg heeft dat tussen de geboortes van twee opeenvolgende nesten van deze teef geen termijn van tenminste twaalf (12)
maanden zit.
3.6 Keizersnede: het wordt ontraden om verder te fokken met teven die tweemaal een keizersnede hebben ondergaan.
4. GEZONDHEIDSREGELS
4.1. Gezondheidsonderzoek (screening) ouderdieren: preventieve screening van ouderdieren moet, als het gaat om door de Raad van Beheer opgestelde en/of goedgekeurde
geprotocolleerde onderzoeken, plaatsvinden door deskundigen die erkend zijn door de Raad van Beheer conform de door de Raad van Beheer voor deze onderzoeken opgestelde en/of
goedgekeurde onderzoeksprotocollen.
4.2. Verplicht screeningsonderzoek.
Op basis van wetenschappelijk onderzoek zijn geen gezondheidsproblemen binnen het ras vastgesteld. In het kader van de preventie van erfelijke afwijkingen dienen de ouderdieren,
vanaf een minimumleeftijd van negen (9) maanden, vóór de dekking onderzocht worden op:
PRA: van ouderdieren moet door onderzoek conform het onderzoeksprotocol zijn bewezen dat ze geen klinisch lijder zijn. Het onderzoek naar PRA moet hebben plaatsgevonden binnen een periode van twee (2) jaar voorafgaand aan de dekking. Ouderdieren die klinisch lijden aan PRA mogen niet (meer) voor de fokkerij worden ingezet. Hetzelfde geldt voor bewezen dragers van PRA (dit zijn de kinderen en ouders van een bewezen klinisch lijder).
Cataract. van ouderdieren moet door onderzoek conform het onderzoeksprotocol zijn bewezen dat ze geen klinisch lijder zijn. Het onderzoek naar Cataract moet hebben plaatsgevonden binnen een periode van twee (2) jaar voorafgaand aan de dekking. Ouderdieren die klinisch lijden aan Cataract mogen niet (meer) voor de fokkerij worden ingezet.
Distichiasis: van ouderdieren moet door onderzoek conform het onderzoeksprotocol zijn onderzocht of ze geen klinisch lijder zijn. Het onderzoek naar Distichiasis moet hebben plaatsgevonden binnen een periode van twee (2) jaar voorafgaand aan de dekking. Minimaal één der beide ouders moet klinisch vrij zijn van Distichiasis.
Definitief vrij verklaring: ouderdieren die op of na de leeftijd van zeven (7) jaar zijn onderzocht en klinisch vrij bevonden zijn, worden definitief vrij verklaard van PRA en Cataract. Voor Distichiasis geldt dat als er eenmaal Distichiasis is aangetoond, de hond altijd positief blijft voor Distichiasis.
4.3. Aandoeningen:: met honden die lijden aan één of meer van onderstaande aandoeningen mag niet worden gefokt.
PRA: ouderdieren die klinisch lijden aan PRA mogen niet (meer) voor de fokkerij worden ingezet. Hetzelfde geldt voor bewezen dragers van PRA (dit zijn de kinderen en ouders van een bewezen klinisch lijder).
Cataract: ouderdieren die klinisch lijden aan Cataract mogen niet (meer) voor de fokkerij worden ingezet.
Distichiasis: minimaal één der beide ouders moet klinisch vrij zijn van Distichiasis.
Epilepsie: ouderdieren die lijden aan of geleden hebben aan epileptiforme aanvallen mogen niet (meer) voor de fokkerij worden ingezet.
Hernia: ouderdieren die lijden aan of geleden hebben aan hernia mogen niet (meer) voor de fokkerij worden ingezet.
4.4. Diskwalificerende fouten:: met honden met één of meer diskwalificerende fouten zoals beschreven
in de rasstandaard mag niet worden gefokt.
5. GEDRAGSREGELS
5.1. Karaktereisen: beide ouderdieren moeten voldoen aan de karaktereisen zoals die in de rasstandaard zijn beschreven.
5.2 Voor dit ras is een verplichte gedragstest niet van toepassing.
6. WERKGESCHIKTHEID
6.1 Voor dit ras is een verplichte werkgeschiktheidtest niet van toepassing
7. EXTERIEURREGELS
7.1. Kwalificatie: beide ouderdieren moeten, voorafgaand aan de dekking, minimaal één (1) keer hebben deelgenomen aan een door de Raad van Beheer
en/of FCI gereglementeerde expositie (met toekenning van CAC) en daar minimaal de kwalificatie Zeer Goed op elke expositie hebben behaald.
7.1.1. Een kwalificatie(minimaal Zeer Goed) behaald op een evenement georganiseerd door de Nederlandse Teckel Club is eveneens toegestaan. Ouderdieren
geboren vóór 01 juli 2014 zijn vrijgesteld van de kwalificatieplicht.
7.1.2. Voor een in het buitenland behaalde kwalificatie geldt dat deze vergelijkbaar moet zijn aan de Nederlandse. Een tentoonstelling met toekenning van CAC
of een door de landelijke teckelclub georganiseerde grote tentoonstelling met inschrijving vooraf.
7.2. Fokgeschiktheidskeuring: beide ouderdieren moeten minimaal één (1) keer hebben deelgenomen aan een fokgeschiktheidskeuring georganiseerd door de
Nederlandse Teckel Club en daar de kwalificatie ‘Fokgeschikt’ , overeenkomende met de kwalificaties op exposities en tentoonstellingen zijnde “Zeer Goed
of Uitmuntend” hebben behaald.
7.2.1. Tijdens de in artikel 7.2 genoemde fokgeschiktheidskeuring is het mogelijk door de twee aanwezige keurmeesters gezamenlijk onderzoek te laten doen
naar de toestand van het gebit en van de staart, welke toestand vastgelegd zal worden in een certificaat.
7.3 Wanneer beide ouderdieren aan één (1) der, in de art. 7.1, en 7.2. vereiste kwalificatie-eisen hebben voldaan, vervalt de verplichting om tevens deel te
nemen aan de andere, in de art. 7.1. en 7.2. genoemde kwalificatie-eis.
8. REGELS AFGIFTE PUPS, WELZIJN PUPS
8.1. Ontwormen en enten: de fokker draagt zorg voor het deugdelijk ontwormen en inenten van de pups volgens gangbare veterinaire inzichten en voor een volledig door de dierenarts ingevuld en ondertekend Paspoort voor Gezelschapsdieren. De pups dienen bij aflevering adequaat ontwormd te zijn en zij dienen voorzien te zijn van een unieke ID transponder.
8.2. Aflevering pups: de pups mogen niet eerder worden afgeleverd dan op de leeftijd van acht (8) weken. Tussen de eerste enting en de overdracht aan de nieuwe eigenaar moeten minimaal zeven (7) dagen zitten.
8.3. De fokker draagt er zorg voor dat de pups goed gesocialiseerd zijn voordat ze worden afgeleverd.
8.4. Reeds geconstateerde zware en/of diskwalificerende fouten zoals knikstaart, gebitsfouten, afgezet borstbeen, monorchisme, cryptochisme of andere reeds door de dierenarts geconstateerde gebreken behoren de koper te worden medegedeeld. Voor honden met diskwalificerende fouten mag niet de volle prijs worden berekend. Ook voor de kort-gebleven ruwhaar mag niet de volle prijs worden berekend, maar omdat de beharing met acht (8) weken niet altijd te controleren is, kan men hiervoor (schriftelijke) afspraken maken met de koper. Dit geldt tevens voor (schriftelijke) afspraken over reutjes waarbij op de leeftijd van acht (8) weken beide teelballetjes (nog) niet zijn ingedaald (monorchisme/ cryptochisme).
9. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
9.1. Dit reglement is niet van toepassing op nesten die geboren worden uit een teef gedekt op of voor de dag waarop dit reglement in werking treedt.
9.2. Gezondheidsuitslagen, exterieur-, gedrags- en/of werkkwalificaties die zijn afgegeven en/of voor de inwerkingtreding van dit reglement hebben plaatsgevonden, worden geacht onder de werking van dit reglement te zijn inbegrepen.
9.3. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het bestuur van de vereniging waarbij de genomen beslissing bindend zal zijn voor de betrokken partijen. In individuele gevallen kan door het bestuur van de vereniging, indien daartoe gegronde redenen aanwezig zijn, dispensatie van de toepassing van één of meerdere bepalingen van dit reglement worden verleend.
10 INWERKINGTREDING
10.1 Dit VerenigingsFokReglement treedt in werking nadat het reglement is goedgekeurd door het bestuur van de Raad van Beheer conform de artikelen 10 HR en VIII. 5 + 6 KR.
Aldus vastgesteld door de Algemene Ledenvergadering van de Nederlandse Teckel Club op 19 september 2020
De voorzitter, De secretaris
R.W. Boekholt P.H.M. Stijns